Naar overzicht

De tweede training

Het is woensdag, twee dagen na de tweede training van het ZLM Kustmarathonteam. Het zou overdreven zijn om te zeggen dat het typen van dit stukje over die training fysiek lastig is. Maar het halen van een kopje koffie was dat zojuist wel. Spierpijn in bovenbenen, rug en schouders vormden een onvermijdelijke herinnering aan de lichaamsoefeningen waarop Jos den Hollander van Zeeland Running ons trakteerde.

Sterk lichaam
In het vorige blog hebben we het er al over gehad. Bij de vroege voorbereidingen op een marathon gaat het in eerste instantie niet om het uithoudingsvermogen, maar om het sterker maken van het lichaam. In de eerste training onderwierp Tim Pleijte ons daarom aan intervaltrainingen, met daarin stevig klimwerk. Jos den Hollander gooide het over een andere boeg. Hij gaf ons allerlei lastige oefeningen, die met een moeilijk woord core-stability worden genoemd.

Gezondheidsnet.nl zegt daar het volgende over:
Het trainen van je rompstabiliteit is beter bekend als core-stabilitytraining. Het doel van de oefeningen binnen deze vorm van training is het verhogen van de stabiliteit en lenigheid, het aanleren van een betere houding en het verbeteren van communicatie tussen spieren en zenuwen.

Aanvankelijk leek het er maandag helemaal niet op dat onze spieren zo hevig onder vuur genomen zouden worden. Bij aankomst bij Sportpunt Zeeland in Goes kregen we van de trainer namelijk een stok. Een stok? Ja, een stok. Zo eentje die je ook wel eens in gymlokalen ziet. Die stok moesten we meenemen tijdens de warming-up in het park achter het Sportpunt en daarna werd hij serieus gebruikt bij de loopscholing die Jos ons gaf.

Loopscholing, alweer zo’n bijzonder woord. Bij loopscholing train je erop dat je zo efficiĆ«nt mogelijk loopt. Tijdens een marathon (42 kilometer en 195 meter) zet een gemiddelde loper zeker 40.000 stappen. Als je elke stap net ietsiepietsie makkelijker, of verder, of met minder inspanning kunt zetten dan je gewend was, win je 40.000 keer een prijsje. Wie kan dat tegenwoordig nog zeggen? Zo’n training is dus bijzonder nuttig, alleen zou je hem voor een goed resultaat eigenlijk dagelijks moeten doen.

Die stok moesten we tijdens de loopoefeningen vaak met twee handen boven het hoofd houden. Soms was dat een koddig gezicht. Kijk maar eens naar de foto’s. Emiel moest tijdens deze training denken aan Monty Python, meldde hij in de groepsapp. Daarbij stuurde hij dit filmpje mee.

Na de loopscholing kwam tot besluit dus de core-stabilitytraining. Er zaten oefeningen bij die je je ergste vijand nog niet zo willen aanbieden, zoals die met het wieltje dat je moet voortduwen vanuit bijna-buikligging. Maar er waren er ook om je rot te lachen. Zoals die met het elastiek. Je krijgt een elastiek om je middel en moet proberen weg te sprinten. Je partner trekt echter aan dat elastiek om je zoveel mogelijk tegen te houden. Ook hier zijn mooie foto’s van.

Zo zie je maar, trainen voor een marathon hoeft helemaal niet saai te zijn. Het is veel meer dan alleen lopen. Het is soms afzien en het is soms een beetje pijn lijden. Ja, inderdaad, soms wel een dag of twee. Maar het is toch vooral leuk en gezellig. We kunnen niet wachten op training nummer drie.