Door Koen de Vries
Het lijkt een waarheid als een koe: als je harder wilt lopen, moet je harder trainen. En toch is het maar de halve waarheid. Je kunt ook je tijden verbeteren als je efficiënter gaat lopen. Hoe dat moet, legde Kim Reynierse ons uit tijdens de tweede bijeenkomst van het ZLM-Kustmarathonteam.
Looptechniek
Behoeft Kim nog een nadere introductie? Eigenlijk niet, maar voor de niet lopers onder ons zullen we hem toch maar even voorstellen. In de hardloopwereld is Kim een bekende verschijning, vooral omdat hij in 1989 een uitermate scherp persoonlijk record op de marathon liep. In Brielle noteerde hij 2.13.43, een tijd waar de overgrote meerderheid van de vroegere én huidige Nederlandse marathon-elite een puntje aan kan zuigen. Ook won hij in 1986 de marathon van Eindhoven en kwam hij in 1992 namens Aruba uit op de Olympische Spelen van Seoel. Hij liep er de marathon.
Die Kim dus verklapte ons een paar fijne kneepjes van de hardlooptechniek. Hij had het in het Goese Sportpunt onder meer over navel en snavel. Die moeten tijdens het lopen recht vooruit staan. Met snavel bedoelde hij je hoofd. Verder dient de romp van de hardloper een heel klein stukje voorover te ‘vallen’ en moeten de voeten precies onder het lichaam de grond te raken. Zo kun je op je voorvoet of je middenvoet landen en niet op je hak.
Daarmee roerde Kim een gevoelig puntje aan. Althans bij mij, de schrijver van dit stukje. Ik ben immers een fervente haklander. Ik weet dat haklanden iets meer energie kost, heb in het verleden geprobeerd dat af te leren, maar dat lukte niet. Na iedere oefensessie had ik last van kuiten en achillespezen (alle twee). Volgens Kim hoeft dat niet. Het is een kwestie van techniek. En Kim kan het weten, want hij heeft zichzelf ook van haklander tot middenvoetlander getransformeerd.
Hoewel mijn hardloopambities zich tegenwoordig voornamelijk beperken tot het halen van de finish, wil ik het na het inspirerende verhaal van Kim toch nog eens proberen. Wie weet mag ik me binnenkort toch nog middenvoetlander noemen en bespaar ik per stap juist dat ietsiepietsie energie dat me in de Kustmarathon weer onder de 4 uur kan laten finishen. En wie weet, win ik bij elke technisch perfect uitgevoerde stap ook nog een luttele centimeter, zodat een tijd onder de 3.50 in de Langstraat van Zoutelande gloort. Hoera, ik heb weer een doel!
Het was nog niet het hele verhaal van Kim, want de benen dienen als een molentje onder het lichaam rond te draaien en de armen moeten lichtjes naar voren mee zwaaien. Ik ben vast nog wat vergeten, maar dit waren wel de zaken die op mij de meeste indruk maakten. Het was fijn dat we de geleerde theorie daarna meteen in de praktijk mochten brengen. Maar o, dat viel nog niet mee. Als je bijna 61 min 1 jaar (de wieg- en kruipfase) gewend bent op een bepaalde manier te rennen dan breng je daar op een doordeweekse avond niet zomaar een-twee-drie verandering in. Een marathonloper moet een lange adem hebben, en dat zelfs op meerdere fronten dus.
Intervaltraining
Tenslotte trakteerde Jos den Hollander ons op een pittige intervaltraining in de Hollandsche Hoeve. We moesten steeds een rondje van zo’n 300 meter hard over meest onverhard, geaccidenteerd terrein met daarin ook nog een stukje mul zand, en daarna een rondje dribbelen over een asfaltpaadje. Interval, ik hou er niet zo van omdat je er zo ontzettend moe van kan worden, maar weet dat het je snelheid ten goede komt. Daarom staat er bij mij elke week zo’n training op het programma.
Na afloop was er nog even tijd voor een drankje. Wat mij opviel, was dat slechts twee van de naar schatting 15 aanwezigen een biertje bestelden. De rest gaf de voorkeur aan een rood Spa’tje of een suikervrije Rivella. Het duurt nog ruim 5 maanden voordat de 19e editie van de Zeeuwse Kustmarathon van start gaat, maar het overgrote deel van het ZLM-Kustmarathonteam heeft de juiste spirit al te pakken!