Van 1970 tot 1995 korfbalde hij bij Ondo, de club uit z’n dorp. Pas daarna deed hij het loopvirus op. En raakte het nooit meer kwijt. ‘Het leuke was van het korfbal af. Ik had lang in het eerste gespeeld en speelde daarna in lagere teams. Ook met mensen die niet zo fanatiek meer waren. Als het bij hardlopen slecht gaat, kun je de schuld alleen op jezelf steken. Dat is wel fijn.’
Zijn allereerste loopje was in Herkingen, weet hij nog. Samen met zijn broer Wim, John Guequièrre en oud-voetballer Anton Schoenmakers ging hij er naartoe. Het ging meteen goed en na afloop was het heel gezellig. Marius was verkocht. Hij had een nieuwe passie gevonden.
Veertien keer liep hij de Kustmarathon, acht keer de marathon van Rotterdam, negen keer marathon Zeeuws-Vlaanderen, zeven keer de Jungfrau-marathon, vijf keer de Midwintermarathon (Apeldoorn) en verder nog héél véél marathons één keer. Alles bij elkaar liep hij in negentien verschillende landen een marathon.
Marius, wat was de mooiste marathon die je gelopen hebt?
Poeh! Misschien was dat wel de Jungfrau-marathon, in Zwitserland. Bij mooi weer heb je daar schitterende uitzichten op de bergen. Jordanië was ook heel mooi en natuurlijk de Kustmarathon…
Wat was de zwaarste?
Ik denk die van Chamonix, in Frankrijk. Je had daar een kort aanloopje en daarna moest je een hoge steile berg op en weer af en daarna nog een. Dat was echt ontzettend zwaar. Ik heb er een aardig poosje over gedaan.
En de vervelendste?
Zonder twijfel de Leidse Rijn-marathon bij Utrecht. Het was warm en ik was de laatste kilometers niet meer vooruit te branden. Ik moest heel erg goed m’n best doen om binnen de vier uur te finishen. Dat overkomt me zelden of nooit. Het was een lijdensweg.
Wat was je snelste?
Dat was m’n tweede marathon, Rotterdam 1999. Ik liep hem in 2.43.18. Dat heb ik nooit meer verbeterd, alhoewel ik er in Eindhoven dichtbij was. Halverwege kwam ik op 1.20 door, maar moest daarna inleveren. In totaal ben ik 21 keer binnen de drie uur gefinisht. De eerste jaren kostte dat geen moeite, maar in 2012 en 2013 lukte dat bijvoorbeeld niet meer. Vorig jaar lukte het opeens weer drie keer. 2016 was een heel goed jaar. Naar de reden kun je alleen maar gissen.
Was de snelste ook je beste?
Mijn allereerste, in 1998 ook in Rotterdam, was ook een hele goeie. Ik wist niet wat me te wachten stond, stond onbevangen aan de start en kon in de tweede helft heel veel mensen inhalen. Het ging zo verschrikkelijk lekker, ik was ook helemaal niet moe toen ik aankwam. Toen liep ik 2.49.35. Waar ik ook heel goede herinneringen aan heb, is aan die hele hete Kustmarathon, van 2011 geloof ik. Het ging geweldig. Vanaf Domburg rolde ik al m’n concurrenten op. Uiteindelijk werd ik 14e in 3.07.35. Ingrid begeleidde me op de scooter. Ik weet nog dat ze zich heel hard moest haasten om me bij te houden.
Je slechtste?
Dat was die Leidserijn-marathon. De week ervoor had ik Rotterdam gelopen en daar ging het ook al slecht. Ik wilde me revancheren, maar daar kwam niks van terecht. Het was sowieso een slecht jaar. Ik heb toen weleens bij mezelf gedacht dat ik beter kon stoppen.
Aan welke marathon denk je het meest terug?
Ik denk niet zo vaak terug aan marathons, maar aan die warme Kustmarathon heb ik wel heel goede herinneringen overgehouden.
Wat was de verrassendste marathon van de 101?
Ik denk aan Jordanië, de Dode Zee-marathon. Dat was heel speciaal, je liep in een heel andere wereld. En drie jaar geleden fietsten we van Venetië naar Istrië. Daar bleek toen een marathon te zijn, de Istrian Wine Marathon. Nooit van gehoord. Hij was heel klein, maar ook heel gezellig.
Welke marathon wil je nog graag lopen?
Er is een marathon over de Chinese Muur. Die zou ik graag nog eens doen, maar Ingrid ziet het niet zo zitten.
Welke marathon wil je als allerlaatste van de carrière lopen?
Daar denk ik helemaal nog niet aan! Ik wil er nog heel veel lopen. Ik heb die van Boedapest en Ljubljana nog op het lijstje staan. En volgende maand lopen we in Porto. Portugal wordt m’n twintigste marathonland. Ik vind het leuk om hardlopen met een stedentrip te combineren. Dankzij die marathons heb ik heel wat van de wereld gezien: New York, Riga, Reykjavik, Marakesh, Praag, Londen, Berlijn. En dan ben ik er vast nog een paar vergeten.
De Zeeuwse Kustmarathon wordt je 102e marathon. Wat verwacht je ervan?
Deze zomer was ik niet fit. Ik heb verschillende onderzoeken gehad, maar die hebben niet veel opgeleverd. Nu voel ik me een stuk beter, maar het is nog geen tien. Daarom weet ik niet wat me te wachten staat. Het kan goed gaan, het kan slecht gaan. Ik hoop op een tijd van 3.15, maar misschien ben ik dan een beetje optimistisch. Bovendien weet je niet hoe het weer is.
De Kustmarathon is een hoogtepunt in mijn hardloopjaar. Hij is eigenlijk een soort van m’n kindje. Ik heb vanaf het begin meegedaan en heb hem steeds groter zien worden. De Kustmarathon is als een grapje begonnen en heeft nu alles wat een marathon nodig heeft. De hele sfeer eromheen is heerlijk. Bij de start spelen ze dat lied. Je hebt meteen kippenvel. Je loopt meteen in een flow en dat kan heel lang duren. Alhoewel, ik heb het wel eens taai gehad tijdens die laatste kilometers voor Zoutelande…
Meer weten van Marius? Kijk hier